geschiedenis elektriciteit
wp9c8fb281.png
pagina’s
http://www.erih.net/nl/europese-themaroutes/energie/geschiedenis.html
Elektrische energie ging pas vanaf de jaren 1880 een grotere rol spelen. Echter de fundamentele kennis ervan stamt al uit de eerste helft van de eeuw. Toentertijd ontdekte de Brit Michael Faraday dat er in een spoel van draad stroom wordt opgewekt als de spoel tussen de polen van een sterke magneet draait. Dat was het principe van de generator, die toen ‘dynamo’ werd genoemd, die mechanische energie in elektrische omzet.Gereed voor gebruik werd deze uitvinding toen meerdere uitvinders ontdekten dat men het magnetische veld zonder extra stroombron van buitenaf slechts met behulp van de opgewekte stroom in stand kon houden.
Volgens dit ‘dynamo-elektrische’ principe bouwden bedrijven als Siemens & Halske in Berlijn of de Belg Théophile Gramme in Frankrijk dan dynamomachines, onder andere voor booglampen, waarin een lichtboog tussen twee koolelektrodes voor zeer helder licht zorgt. Er ontstond echter pas een grotere behoefte aan elektrische energie door de opkomst van de gloeilampen van Thomas Alva Edison. De Amerikaan ontdekte dat verkoolde bamboevezels in een glazen omhulling niet verbranden maar duurzaam gloeien – later nam men steenkooldraad en tegenwoordig draad van wolfraam. Edison, die meer manager dan uitvinder was, lette daarbij steeds scherp op de markt: hij leverde niet alleen de gloeilampen maar plande ook de krachtcentrale en het elektriciteitsnet. In 1882 opende hij een elektriciteitscentrale in New York en de Europese landen volgden: Duitsland bijvoorbeeld met de Deutsche-Edison-Gesellschaft DEG, waaruit al spoedig AEG voortkwam.
De grootste concurrent van Edison was het gaslicht; immers, alle industrielanden beschikten reeds over een gasnet. Men gebruikte het gas dat uit kolen werd gemaakt, voor de verlichting maar later ook voor de verwarming en het koken thuis. Hoewel het elektrische licht het qua privé gebruik won, bleef de gasfabriek nog circa honderd jaar lang in praktisch elke gemeente onontbeerlijk.
wp81c4823f.png
wp627cd669.png
(  http://www.natuurwetenschappen.nl/modules.php?name=News&file=print&sid=497  )
Ca. 600 v. Chr.
Het fenomeen van magnetisme en statische elektriciteit was bekend bij de oude Grieken.
Ca. 230 v. Chr.
In Baghdad (Irak), werden klei kruiken gebruikt als een soort batterijen. In deze kruiken zaten koperen platen verbonden door geleidende draden. Hiertussen zat een soort bitumen-achtige stof. Deze “batterijen” werden gebruikt als spanningsbron voor het elektrisch galvaniseren van objecten. Zo kon men toen al, zij het in een zeer simpele vorm, dingen voorzien van een dun laagje goud of zilver.
http://www.steenbok-newage.nl/mineraal/overzicht/magnetiet.htm
De Romeinse geleerde Plinius de Oudere schreef dat op een heuvel aan de rivier de Indus ijzeren voorwerpen naar de aarde toe werden getrokken. Dit verschijnsel was ontdekt door een herder, Magnes geheten, doordat hij merkte dat zijn gespijkerde schoenen en de ijzeren punt van zijn herdersstaf als het ware aan de grond bleven kleven. Zo kreeg het natuurverschijnsel 'magnetisme' zijn naam. Een andere versie zegt dat de naam komt van 'Magnesia", een vindplaats van magnetiet in Macedonië. Nog een mogelijkheid is dat de naam is afgeleid van het Griekse woord 'magnes' dat magneet betekent. Magnetiet wordt ook wel magneetsteen genoemd.
wp8a8481c3.png
wpcf33a5e1.png
P6
wp71b29f82.png